Fleckscore: de nieuwe manier in de exterieurbeoordeling van Fleckvieh
Eeuwenlang heeft het exterieur van dieren bij veehouders een doorslaggevende en belangrijke rol gespeeld bij de fokkerij en selectie. In het tijdperk van genomische selectie wordt het belang van het exterieur wel eens controversieel besproken. Maar wanneer gekeken wordt naar rundveeshows, kan worden opgemerkt dat de interesse en de emotie van de veefokkers voor het exterieur van de dieren onverminderd groot blijft.
Naast de positieve emotie die “mooie” koeien oproepen, moet de exterieurbeoordeling de optimalisatie van de levensduur in kaart kunnen brengen volgens duidelijk gedefinieerde wetenschappelijke principes bij vaststelling en beoordeling. De individuele onderbalkkenmerken moeten duidelijk gedefinieerd zijn en leiden tot begrijpelijke totaalscores. FleckScore voldoet aan deze eisen.
Het FleckScore-systeem
Een systeem voor het voorstellen van totaalscores, waarvan de functie alleen mogelijk is met behulp van elektronische opnameapparatuur of het online portaal www.fleckscore.com, is bedoeld om uniforme resultaten te leveren, ongeacht de plaats, land en de beoordelaar. Een ander baanbrekend voordeel van het systeem is de lactatiespecifieke berekening van de voorgestelde totaalscores. Zo kan FleckScore exterieurbeoordelingen geven die de afwijking van het populatiegemiddelde over lactaties beschrijven en zo rekening houden met de fysieke ontwikkeling van de koeien.
FleckScore heeft twee grote verschillen met de tot nu toe gebruikte systemen:
- Afleiding van onderbalkkenmerken van de belangrijkste kenmerken door middel van een systeem om de totaalscores te berekenen
- Weergave van de totaalscores, gebaseerd op de belangrijkste onderbalkkenmerken op een schaal van 100 punten
Het nieuwe systeem verandert de lijst van onderbalkkenmerken en bovenbalkkenmerken (totaalscores) niet. Net als voorheen wordt de beschrijving van de lineaire individuele onderbalkkenmerken gegeven op een schaal van 1 tot en met 9. Om de voorgestelde totaalscores te berekenen, worden de bijdragen van de individuele onderbalkkenmerken gewogen op basis van hun impact op de levensduur. De beoordelaar kan de voorgestelde suggestie voor de totaalscore op beenwerk en het uier met +/- 3 punten wijzigen. Dit betekent dat de beoordelaar nog steeds zelf de totaalscore per onderdeel per dier kan aanpassen.
Het populatiegemiddelde komt overeen met 80 punten ongeacht de lactatie met een bereik van 68-93 punten voor jonge koeien en een verdere mogelijkheid om de schaal naar boven voor koeien met meerdere kalveren voor de totaalscores voor beenwerk en uier uit te breiden. Voor koeien in de tweede en derde lactatie kan de schaal worden uitgebreid tot 94 of 95 punten, mits de eigenschappen van het beenwerk en uiers uitzonderlijk positief zijn.
Tabel 1: Overzicht van de totaalscores voor frame
/ bespiering / beenwerk / uier in FleckScore
Belangrijkste kenmerken in detail
KADER
Het voorgestelde FRAME wordt berekend op basis van de gemeten individuele kenmerken van kruishoogte, lichaamslengte, kruisbreedte en rompdiepte/inhoud, die worden gewogen in een verhouding van 3: 1: 1: 1. Dit betekent dat een koe met identieke afmetingen lactatiespecifiek verschillende framemarkeringen krijgt omdat de relatie met de populatiemiddelen is vastgesteld (Tab. 2).
Tabel 2: lactatiespecifieke totaalscores met identieke afmetingen bij Frame
BESPIERING
De bespiering beschrijft de aanwezigheid van bevleesdheid op de acherhand, op basis van het EUROP-systeem. Het populatiegemiddelde voor dit onderdeel ligt op 80 punten en komt overeen met de commerciële klasse R. Dit is wanneer de achterhand een gemiddelde tot duidelijke vorm van bespiering heeft.
BEENWERK
De voorgestelde totaalscore voor het beenwerk bestaat uit de vier individuele kenmerken die worden weergegeven in afbeelding 1. De weging van de kenmerken is gebaseerd op de wetenschappelijke kennis die de impact op de optimalisatie van de levensduur weerspiegelen. Gebreken die niet zijn gedefinieerd als hoofdkenmerken (bijvoorbeeld: klauwen wijzen naar buiten) verminderen automatisch de voorgestelde totaalscore, omdat deze de levensduur nadelig kunnen beïnvloeden.
Figuur 1: weging van de individuele onderbalkkenmerken voor de berekening van de totaalscore beenwerk
Tabel 3: lactatiespecifieke totaalscores beenwerk met identieke individuele onderbalkkenmerken
UIER
De voorgestelde totaalscore Uier wordt berekend in de grafiek 2 aangegeven onderbalkkenmerken. De invloed op de levensduur van een individuele onderbalkkenmerk bepaalt de weging. Ook bij het uier wordt de totaalscore negatief beïnvloed door een vastgesteld gebrek.
Grafiek 2: wegingsfactor van individuele onderbalkkenmerken voor de berekening van de totaalscore Uier
Gebaseerd op wetenschappelijke kennis spelen voornamelijk de beenstand zij en de uierdiepte een grote rol op de levensduur van het dier, maar ook de vooruieraanhechting, speenplaatsing, ophangband en de beenstand achter zijn bepalend voor de levensduur. Koeien, die in deze levensduurbepalende onderbalkkenmerken, goede scores halen, ontvangen hogere totaalscores, die wederom lactatiespecifiek zijn (tabellen 3 en 4).
Tabel 4: lactatiespecifieke totaalscores uier met identieke individuele onderbalkkenmerken
Tijdens de beoordeling wordt de uierreinheid gecontroleerd en worden bestaande kleine bijspenen vastgelegd. Deze hebben geen invloed op de berekening van het voorgestelde totaalscore voor het uier. Uierreinheid is een onafhankelijk kenmerk van de lineaire beschrijving en maakt als bewezen fokwaarde deel uit van het staafdiagram van stieren.
FleckScore verbetert de transparantie en vergelijkbaarheid
Het systeem kan uitmuntende koeien duidelijker identificeren dan tot nu toe het geval was. Dit dient geïllustreerd te worden aan de hand van het voorbeeld van de uier op de foto. De koe werd in de 2e lactatie beoordeeld met de gegeven individuele Onderbalkkenmerk en behaalde 93 punten als Totaalscore uier.
Gebruik van FleckScore
Sinds 2012 worden de lineaire beschrijvingen van jonge koeien uitgevoerd met Fleckscore als onderdeel van de exterieurbeoordeling. De geregistreerde gegevens zijn relevant voor de fokwaardeschatting en kunnen daarnaast worden gebruikt voor publicatie voor diverse doeleinden (bijvoorbeeld: veilingcatalogus).
Toelichting bij bovenstaande figuur:
De koe Muster werd beoordeeld volgens het FleckScore-systeem (geel gemarkeerde waarden): in het frame, met een score van 75, is het een koe met een klein frame. De kruishoogte werd gemeten op 139 cm. Totaalscore 85 in de bespiering betekent goed tot zeer goed bespierd in de achterhand. In het beenwerk mag worden aangenomen dat een cijfer van 76 onder het gemiddelde ligt. Met een totaalscore van 86 in het uier scoort de koe in deze eigenschap aanzienlijk bovengemiddeld. Haar moeder werd ook beoordeeld met FleckScore in de 3e lactatie. Met 91-74-85-80 K151 laat de koe volgens haar beoordeling extreem grote frames zien met zwakke bespiering. In het beenwerk met totaalscore 85 kan een duidelijke sterkte in dit kenmerk worden aangenomen. Het uier heeft een score van 80 punten en komt daarmee overeen met het populatiegemiddelde van derde kalfskoeien.
In 2014 besloot de Oostenrijkse Fleckviehfokkerij het nieuwe systeem te gebruiken om mogelijke stiermoeders te beschrijven. Omdat ook in Beieren de stiermoederbeoordelingen met FleckScore worden uitgevoerd, moet dit op een vergelijkbare manier gebeuren. Dit betekent dat de beoordelingen van de mogelijke stiermoeders volledig vergelijkbaar zijn, ongeacht het fokgebied en de beoordelaar. Daarnaast moet het duidelijk zijn waar de toegewezen totaalscores (frame, bespiering, beenwerk en uier) op gebaseerd zijn. Het moet voor allen begrijpbaar zijn dat de totaalscores zijn gebaseerd op individuele onderbalkkenmerken om de levensduur te verlengen.
Quellen: Luntz, B. , Krogmeier, D., Pfleger, R. (2014)